SchoolWiki

Zoek in onze wiki

Schoolregels

 

1.  De basis van het gedragsprotocol zijn de regels van de school: 

Ik zorg voor de ander en voor mijzelf. Ik ben te vertrouwen. Ik vertrouw de ander. Ik heb aandacht voor de ander. Ik luister naar de ander. Ik help de ander. Een ander mag mij helpen. Ik heb zelfvertrouwen. Ik speel niet de baas. Ik lach niemand uit. Ik blijf er niet in hangen en vraag om hulp als ik dit nodig heb.

            

2.       Ik spreek beleefd en ben respectvol. Ik spreek met respect tegen en over mijn klasgenoten, leerkrachten en ouders. Ik gedraag mij respectvol tegenover hen. Mijn taalgebruik is netjes. Er praat er één tegelijk. Ik laat de ander uitspreken.               

3.       Ik zorg dat iedereen rustig kan werken. Er praat er één tegelijk. Ik laat de ander uitspreken. Ik ben rustig op de gangen en in de lokalen. Ik concentreer mij op mijn werk. Ik leid mezelf en anderen niet af. Ik houd mij aan de regels van het stoplicht. (rood = stil en zelfstandig werken, oranje = stil en zelfstandig werken en bij een vraag overleg ik met mijn maatje, groen = samenwerken en vragen aan de leerkracht stellen.) Ik weet wat ik moet doen als ik klaar ben.           

4.       Elke dag word ik een beetje beter. Ik doe actief mee met de les. Mijn spullen liggen op tijd klaar. Ik weet wat het doel van de les is. Ik denk na, ik stel vragen. Ik vertel wat ik nodig heb om meer te leren. Ik vind het fijn als ik een beurt krijg, dan kan ik laten merken wat ik van de les weet. Fouten maken mag, daar leer ik van. Na de les controleer ik of ik het lesdoel heb bereikt.            

5.       Ik ben zelfstandig en ik kan samenwerken. Ik houd mij aan de regels van het stoplicht. Als ik alleen werk, los ik zoveel mogelijk dingen zelf op. Wat niet lukt of wat ik niet begrijp, sla ik even over. Tijdens het samenwerken, hoort alleen mijn maatje mij. Ik probeer problemen eerst zelf op te lossen, daarna vraag ik hulp aan mijn buur. Ik heb aandacht voor de ideeën en oplossingen die mijn maatje heeft. Komen we er samen niet uit, dan stellen we onze vraag aan de juf of meester. Ik kan hulp accepteren.                   

6.       Ik zorg voor de spullen van mijzelf en de ander. Ik werk netjes. Ik zorg goed voor de spullen in mijn la. Ik blijf van de spullen van de ander af. Ik zorg goed voor de materialen in de klas, op de gang en op het plein. Ik gebruik de materialen waarvoor ze zijn bedoeld. Samen zorgen we voor een schone, opgeruimde school en omgeving.

                

 

Log in Ontwerp | HFCM onderwijs Realisatie | web2work